Over de clouddienst van Microsoft en de invulling van schaalbaarheid
Werken en communiceren via de cloud, wie doet dit tegenwoordig niet? De afgelopen jaren is het gebruik van clouddiensten in ondernemingen namelijk flink toegenomen, en deze trend blijft nog steeds flink doorzetten.
Hoewel cloud-platformen al langere tijd op de markt beschikbaar zijn, is het gebruik van deze platformen pas sinds 2016 sterk aan populariteit aan het winnen, met name onder grote bedrijven. Volgens het CBS gebruikt maar liefst 78 procent van bedrijven met 250 of meer medewerkers online clouddiensten. Bij de kleinere bedrijven (10 tot 50 medewerkers) is dit iets minder: 46 procent.
Cijfers van het CBS over het gebruik van de cloud in het bedrijfsleven zijn door RTLZ samengevat in de volgende grafiek:
De snelle lezer heeft direct een patroon herkend: elk onderdeel in de bovenstaande clouddiensten is in gebruik met ruwweg 50 procent toegenomen tussen 2016 en 2018. Dit is nog steeds aan het toenemen. De ondernemer is in de wolken met de cloud.
Maar een cloud moet meer zijn dan alleen praktisch, gebruiksvriendelijk of prettig om naar te kijken. Eén van de belangrijkste voorwaarden van een moderne clouddienst is dat deze schaalbaar is. De cloud moet zich kunnen aanpassen aan wat de gebruiker van het platform vraagt.
Eén van deze schaalbare clouds is die van Microsoft Azure. In dit artikel gaan wij dieper in op wat Microsoft Azure is, en vooral op wat het doet: schaalbaarheid bieden voor de moderne ondernemer.
Wat is Microsoft Azure?
Het Microsoft Azure Platform is een cloud computing-platform dat softwarediensten als onder andere mediasharing, dataopslag, analytics en developer tools aanbiedt via internet of binnen het eigen bedrijf. Azure is gelanceerd in februari 2010 als concurrent van Google Cloud en Amazon’s AWS op het gebied van Software as a Service (SaaS).
De software van Azure hoeft niet geïnstalleerd te worden omdat het aan de serverkant van Microsoft, dus via internet opereert.
De infrastructuur van Azure’s clouddienst biedt meerdere opties voor bedrijven om schaalbaarheid van applicaties en online omgevingen aan te passen. Dit komt omdat deze ‘scalibility’ in een publieke cloud als Azure is geïntegreerd met programmatische controls, waarmee de capaciteit van Azure met gemak uitgebreid of verminderd kan worden. Maar wat houdt dit nu concreet allemaal in?
Schaalbaarheid in Microsoft Azure
Traditionele digitale werkomgevingen, die op eigen servers van het bedrijf runnen, hebben het nadeel dat de gebruiker zelf hardware moet toevoegen of verwijderen op een server om de vraag naar capaciteit te beantwoorden. In een cloud-based dienst als Azure is dit niet nodig. Azure biedt zelf meerdere mogelijkheden tot scaling op software-niveau, namelijk up- en downscaling, in- en outscaling en autoscaling. Hieronder volgt een korte uitleg over wat deze opties precies inhouden.
In- en outscaling
In- en outscaling is het verwijderen of toevoegen van servers om aan te sluiten op de capaciteitseis van de werkomgeving. Belangrijke applicaties voor binnen en buiten het bedrijf hebben deze servers nodig om op te werken. Met de outscaling van Microsoft Azure worden nieuwe servers toegevoegd aan de reeds werkende serverpool van het bedrijf, waarna de werklast automatisch wordt verdeeld over de nieuwe pool. Wanneer de vraag naar capaciteit minder wordt, kunnen door middel van inscaling weer servers worden verwijderd.
Up- en downscaling
Up- en downscaling verwijst naar het toevoegen of verwijderen van digitale bronnen, zoals CPU, geheugen en opslag. Dit wordt vaak door het bedrijf ter plaatse uitgevoerd wanneer meer capaciteit en betere prestaties nodig zijn binnen de digitale werkomgeving.
Autoscaling
Niet alleen de gebruiker, maar ook Azure zelf kan de schaalbaarheid van de werkomgeving regelen. Dit gebeurt via de autoscaling-functie van Azure. De infrastructuur van het programma kan namelijk automatisch de juiste hoeveelheid middelen toevoegen of verwijderen om aan te sluiten op de capaciteit die wordt gevraagd. Zo blijft Azure zo efficiënt mogelijk en voorkomt het dat digitale hulpbronnen ‘verspild’ worden of onnodig worden toegevoegd.
Buiten de infrastructuur van Azure zelf, biedt de dienst ook Infrastructure-as-a-Service (IaaS). Dit houdt in dat Azure bedrijven de mogelijkheid biedt om hun eigen infrastructuur te runnen in de cloud van Azure. Het bedrijf is hierbij echter wel zelf verantwoordelijk voor het beheer van het netwerk van applicaties en virtuele machines, maar ook dit is volledig schaalbaar.
Schaalbaarheid van IaaS wordt gedaan via ‘scale sets’ voor virtuele machines (VMs). De gebruiker kan zelf een scale set aanmaken voor een groep identieke VMs en daarmee instellen welke VMs automatisch in capaciteit toe- of afnemen aan de hand van een schema. Zo kan het netwerk blijven presteren wanneer er onderhoud, een update of een reboot nodig is, want als een bepaalde instantie VMs tijdelijk niet beschikbaar is, wordt de werklast automatisch verdeeld over andere instanties. Deze automatische scaling kan ook het aantal VM-instanties dat tegelijkertijd actief is verhogen of verminderen, waardoor de gerunde applicatie beter te monitoren blijft en prestaties optimaal blijven.
Tegenwoordig, en vooral tijdens onzekere tijden zoals wij die dit jaar al hebben meegemaakt, is het belangrijk dat bedrijven ook in de digitale omgeving schaalbaar blijven en kunnen reageren op snelle veranderingen in de capaciteitseis. Publieke clouds als Azure bieden daarin uitkomst. Deze clouds bieden de mogelijkheid tot schaalbare capaciteit, die zich automatisch aanpast aan de wensen van de gebruiker. Door deze automatische functies te combineren met de vaardigheden en het inzicht van medewerkers, blijven bedrijven altijd in staat tot het snelle schakelen dat van ze wordt verwacht.